Ga zelf aan de slag met toiletpapier (gemakkelijk af te scheuren).
Windel je hoofd, arm, hand, been en voet in.
Welke windel is het langst? Welke het kortst?
Tel de vellen en vergelijk met elkaar.
Leg nadien de gebruikte windels van kort naar lang.
Neem een buis (of enkele WC rolletjes aan elkaar geplakt) en zet deze schuin op een verhoogje. Leg onderaan een wit blad met cijfer van 0 tot 6 of van 0 tot 10. Welke auto is het snelst? Welke gaat traag? Vergelijk ze met elkaar.